Wanneer begin je zindelijkheidstraining met je pup?
Zodra je pup in huis komt! Een goede fokker is vaak al begonnen met een eerste aanzet, maar vanaf het moment dat je pup bij jou woont, is het belangrijk om structuur aan te brengen. Wacht dus niet tot je pup ‘er klaar voor is’, je pup leert juist van begin af aan wat gewenst gedrag is. Start direct met regelmaat, vaste uitlaatmomenten en beloningen op het juiste moment. Hoe eerder je begint, hoe sneller het een gewoonte wordt.
Op welke leeftijd is je puppy zindelijk?
Gemiddeld zijn pups tussen de 12 en 16 weken goed op weg, maar volledig zindelijk zijn ze vaak pas tussen de 4 en 6 maanden. Dat verschilt per pup. De ene leert razendsnel, de ander doet het wat rustiger aan. Ook het ras, de grootte van de pup, de begeleiding en het woonritme spelen een rol. Belangrijk is: kijk naar je eigen pup, niet naar gemiddelden. Ieder hondje leert in z’n eigen tempo.
Hoe maak je je puppy zindelijk?
Zindelijkheidstraining draait om drie kernpunten: regelmaat, belonen en anticiperen. Breng structuur aan in de dag, laat je pup na elk slaapje, spelmoment en eetmoment direct naar buiten, en beloon als hij op de juiste plek plast of poept. Let goed op lichaamstaal: snuffelen, draaien, onrustig worden, dat zijn tekenen dat het tijd is. Voorkomen is makkelijker dan corrigeren. En heb je een ongelukje binnen? Gewoon opruimen en weer door. Met geduld, positieve begeleiding en vertrouwen wordt elke pup zindelijk.
6 bewezen tips om je puppy snel zindelijk te maken
1. Ga naar buiten na elke activiteit: Timing is alles
Een jonge pup moet vaak plassen, soms wel elk uur. Vooral na slapen, spelen, eten of drinken is de kans groot dat het ‘raak’ is. Zet daarom een vast ritme in: direct naar buiten na elke activiteit. Zo help je je pup de link te leggen tussen “ik moet wat kwijt” en “buiten is daarvoor de plek”. Hoe consequenter jij hierin bent, hoe sneller je pup het oppikt. Je voorkomt ongelukjes én je leert je pup gewenst gedrag aan, nog vóór het mis kan gaan.
2. Creëer een duidelijk plasritme voor je pup
Routine, structuur en regelmaat zijn de sleutelwoorden als het gaat om het zindelijk maken van je pup. Deze training is een proces dat consistentie van jou als eigenaar vereist. Het gaat erom dat je een duidelijk ritme creëert waarin jouw pup leert wanneer hij naar buiten mag voor zijn behoeften. Vaste momenten zijn cruciaal om je pup te helpen begrijpen wat de bedoeling is. Dit geeft hem rust en voorspelbaarheid, wat op zijn beurt zorgt voor een gevoel van veiligheid. Je kunt deze momenten inbouwen op natuurlijke tijdstippen, zoals:

Wanneer moet je pup naar buiten?
➝ Direct na het spelen: Tijdens het spelen bewegen pups veel en dit stimuleert hun darmen. Na het spelen is daarom een ideaal moment om je pup mee naar buiten te nemen.
➝ Direct na het wakker worden: Pups hebben na het slapen vaak onmiddellijk de behoefte om te plassen. Dit is een van de voorspelbaarste momenten.
➝ Direct na het eten: Het eten stimuleert de spijsvertering van je pup, waardoor ze vaak snel daarna moeten plassen of poepen.
➝ Ongeveer elke 2 uur even naar buiten: In de beginfase is het belangrijk om je pup regelmatig buiten te laten. Dit voorkomt ongelukjes en biedt veel gelegenheid om het juiste gedrag aan te leren.
Bij jonge pups kun je nog geen volledige controle over hun blaas verwachten, net zoals bij jonge kinderen die leren zindelijk te worden. Dus ook al volg je de routine goed, houd in gedachten dat er nog ongelukjes kunnen gebeuren.
3. Kies een vaste plek voor de behoefte
Zorg ervoor dat je steeds naar hetzelfde plekje buiten gaat om je pup zijn behoeften te laten doen. In het begin is alles spannend en nieuw voor je pup, en een vaste plek helpt hen om zich veilig en vertrouwd te voelen. Bovendien geeft dit je pup de mogelijkheid om sneller te leren dat dit dé plek is om te plassen of poepen. Het kan helpen om een klein hoekje in de tuin of tijdens je wandelingen te kiezen waar je steeds naartoe gaat. De geur die je pup daar achterlaat, werkt als een natuurlijke herinnering voor de volgende keer dat je naar buiten gaat.
Als je merkt dat je pup een voorkeur heeft voor bepaalde ondergronden (bijvoorbeeld een vloerkleed in plaats van gras), wees dan geduldig en consistent in het begeleiden van je pup naar buiten. Sommige pups vinden het bijvoorbeeld moeilijk om op gras te plassen, omdat het anders voelt dan een zachte ondergrond binnen. Je kunt proberen om je pup te belonen als hij op het gras plast, of een kleed buiten neer te leggen dat vergelijkbaar is met wat hij binnen fijn vindt, zodat hij stap voor stap kan wennen.
4. Let op signalen dat je pup moet plassen
Het herkennen van de signalen van je pup is essentieel bij zindelijkheidstraining. Iedere pup laat op zijn eigen manier zien dat hij naar buiten moet. Hier zijn enkele veelvoorkomende signalen om op te letten:
➝ Onrustig gedrag: Als je pup opeens begint te drentelen of in cirkels loopt, is dat vaak een teken dat hij zijn behoefte moet doen.
➝ Snuffelen aan de grond: Honden snuffelen vaak aan de grond om een geschikte plek te vinden om hun behoeften te doen.
➝ Hurken of laag zakken: Zodra je pup door zijn hurken gaat, moet je al wel heel snel handelen en hem naar buiten brengen.
➝ Piepen of blaffen: Soms kan een pup piepen of zachtjes blaffen om aan te geven dat hij naar buiten moet.
➝ Hyperactief gedrag of bijten: Pups die opeens heel druk en bijterig worden, kunnen aangeven dat ze moeten plassen. Vaak weten ze nog niet hoe ze die spanning moeten verwerken, wat zich kan uiten in overprikkeld gedrag.
➝ Staren naar jou: Sommige pups zullen je intens aankijken wanneer ze moeten plassen, als een vorm van communicatie.
Elke keer dat je pup buiten zijn behoefte doet, is het belangrijk om dat enthousiast te belonen. Gebruik een vriendelijke, hoge stem en geef hem een lekkere traktatie. Je kunt zelfs een klein spelletje spelen of hem even knuffelen om hem te laten zien dat hij iets goeds heeft gedaan. Dit helpt je pup om te begrijpen dat plassen of poepen buiten positieve gevolgen heeft. Hoe vaker je dit doet, hoe sneller hij zal leren dat buiten de juiste plek is voor zijn behoeften.
5. Beloon je pup direct buiten bij het plassen of poepen
Zindelijkheidstraining is een proces dat tijd kost, en iedere pup leert in zijn eigen tempo. Het is belangrijk om geduld te hebben en positief te blijven. Vergelijk het met een kind dat zindelijk moet worden: ook zij hebben tijd nodig om volledige controle te krijgen over hun blaas. Ongelukjes horen erbij en zijn geen reden voor straf. In plaats daarvan moet je erop focussen je pup te belonen wanneer hij het goed doet. Dit zorgt ervoor dat je pup vertrouwen in jou behoudt en sneller leert..
6. Gebruik puppyren of lijn om ongelukjes te voorkomen
Hekjes kunnen een geweldige tool zijn tijdens zindelijkheidstraining. Ze helpen je om je pup te beperken tot een bepaalde ruimte in huis, waardoor je meer controle hebt over waar hij zijn behoefte kan doen. Door het gebruik van een hekje kan je voorkomen dat je pup zomaar door het hele huis loopt en ergens in een hoekje zijn behoefte doet. Het beperkt de ruimte, wat de kans op een ongelukje verkleint. Daarbij komend zullen pups van nature niet hun eigen nest willen bevuilen, waardoor ze eerder geneigd zullen zijn om aan te geven dat er iets is. Bovendien geeft het je de mogelijkheid om je pup beter te observeren en snel te reageren als hij signalen vertoont dat hij naar buiten moet.
Straffen, corrigeren en zelfs mopperen zijn uit den boze! Dit zal het proces alleen maar vertragen en je pup zal zeker niet begrijpen waarom jij zo lelijk doet, wat niet bevorderlijk is voor zijn vertrouwen in jou als eigenaar.
Net als bij kleine kinderen, hebben pups nog geen volledige controle over hun blaas. Vooral in situaties van vreugde of opwinding, zoals bij bezoek of tijdens het spelen, kunnen ongelukjes gebeuren. Straffen is zinloos en kan zelfs schadelijk zijn. Als je pup binnen plast, heeft hij waarschijnlijk de connectie nog niet helemaal gelegd tussen buiten en zijn behoefte doen. Het is aan jou als eigenaar om hem met geduld en consistentie te begeleiden.
En vergeet ook niet, omdat pup’s zo jong zijn, hebben ze zeker nog niet altijd volledige controle over hun blaas. Eigenlijk net als bij kleine kinderen tijdens het zindelijk worden. Soms dan kunnen ze er oprecht niets aan doen, het gebeurde gewoon zonder dat zij daar enige invloed op hadden! Dit zie je voornamelijk als er visite binnen komt, waarbij er vreugde, drukte, enthousiasme en noem het maar op, bij komt kijken. Bij al die vreugde letten ze even niet zo goed op hun blaas en dan is het al te laat.
Het is belangrijk om geduldig te blijven en je pup niet te straffen voor een ongelukje. Dit kan ervoor zorgen dat je pup angstig wordt en het zindelijkheidstrainingsproces vertraagt. Blijf positief en geef je pup de tijd om te leren.
Zindelijkheidstraining is een belangrijk onderdeel van de opvoeding van jouw puppy en vereist toewijding en consistentie van de eigenaar.
7. Voorkom het gebruik van puppypads
Hoewel puppy-pads handig kunnen lijken bij zindelijkheidstraining, zitten er ook nadelen aan. Dat is wel iets om je bewust van te zijn.
De puppypads kunnen, vooral als ze in huis liggen, je kleine pup in de war brengen. De pads in huis kunnen je pup het idee geven dat ze hun behoefte binnen horen te doen, wat eigenlijk het tegenovergestelde is van wat je wilt bereiken. Je kunt beter naar buiten met je pup, zodat hij daar zijn behoefte kan doen.
Je pup kan afhankelijk worden van de puppy pads. Puppy pads creëren een kunstmatige toiletomgeving die niet overeenkomt met de buitenwereld. Dit kan leiden tot afhankelijkheid van de pads, waardoor je pup minder geneigd is om buiten te plassen en een voorkeur kan gaan creëren voor de specifieke ondergrond van een puppypad. Zelfs als ze al wel eens hun behoeften buiten doen of gedaan hebben.
8. Ruim ongelukjes zonder reactie op. Geen gemopper en zonder straf!
Een ongelukje is geen onwil. Je pup leert nog, en daarbij hoort dat het soms misgaat. Reageer daarom rustig en neutraal. Maak het schoon zonder mopperen, zonder oogcontact en zonder stemverheffing. En gebruik een goede geurverwijderaar – de neus van een pup is sterk, en anders trekt diezelfde plek opnieuw. Straf je pup nooit: hij snapt het verband niet en het kan zelfs averechts werken. Bij zindelijkheid draait alles om begeleiding, niet om bestraffing.
9. Maak een feestje van de zindelijkheidstraining!
Juist in het begin is het belangrijk dat je pup leert: buiten plassen is niet alleen gewenst, het is ook leuk! Dus prijs hem uitbundig, geef een snoepje, gebruik een blij stemmetje. Overdrijven mag. Zo bouw je positieve associaties op. En eerlijk is eerlijk: een pup die net voor de eerste keer buiten plast in plaats van op je vloerkleed… dat mag ook best gevierd worden, toch?
10. Heb geduld. Het komt echt goed
Zindelijk worden is een proces. Sommige pups zijn er binnen een paar weken doorheen, anderen hebben maanden nodig. Er is geen vaste route of tempo. Vergelijk jouw pup dus niet met die van de buren. Focus liever op de vooruitgang die jij ziet. Elk moment dat hij zelf aangeeft dat hij moet, of droog blijft in de nacht, is winst. Met jouw geduld, structuur en positieve begeleiding komt het écht goed.
Wat als jouw pup niet zindelijk wil worden?
Soms lijkt het alsof je alles goed doet, maar blijft je pup ongelukjes hebben. Raak dan niet ontmoedigd. Kijk eerst naar de omstandigheden: is het ritme duidelijk? Heeft je pup voldoende mogelijkheden om buiten zijn behoefte te doen? Heb je de signalen wel goed leren lezen?
Daarnaast is het verstandig om medische oorzaken uit te sluiten. Denk aan blaasontstekingen of andere lichamelijke problemen die zindelijkheid in de weg staan.
Kom je er zelf niet uit? Schakel dan op tijd hulp in. Met een frisse blik van buitenaf (zoals een gedragstherapeut of kynologisch instructeur) zie je vaak snel waar het knelt. En hoe fijn is het als iemand met je meekijkt en je kunt zeggen: “O ja, dáár zit het!” – vanaf daar kun je dan weer verder.