heb je het nog in je achterhoofd: in februari van dit jaar liet burgemeester De Rouwe van Kampen weten dat “het de spuigaten uitliep” wat betreft bijtincidenten in de gemeente
Honden die losliepen waar het niet mocht, confrontaties tussen viervoeters waarbij de adrenaline hoger opliep dan bij een gemiddelde voetbalderby, en baasjes die elkaar woedend aankeken over wie “begon”. De maat was vol, en de gemeente greep in. Meer handhaving, meer controle. En eerlijk is eerlijk, sindsdien is het opvallend stil gebleven in het nieuws. Geen schokkende incidenten meer, geen nieuwe koppen over “hond beet andere hond, wat nu?
Maar dat wil niet zeggen dat het probleem verdwenen is.
Als je weleens met je hond wandelt in Kampen, Stadspark, de uiterwaarden, langs de IJssel, of ergens anders in de omgeving, dan voel je het nog steeds. De onzekerheid. De twijfel. Die gespannen blik richting de tegemoetkomende hond, het ongemakkelijk lachen naar de andere eigenaar als je hond nét iets te fel reageert. Of die andere hond nu gromt of gewoon recht op je afkomt terwijl jij inwendig denkt: “Zou die eigenaar het doorhebben dat hier een lijnplicht geldt?”
En stel nou dat het wel misgaat? Dat jouw hond, die meestal prima losloopt, ineens uithaalt? Of dat een aangelijnde hond jouw hond bijt en jij daar tussen staat met trillende handen en een brok in je keel?
Wat dan?
Wat zou jij doen als jouw hond ineens betrokken raakt bij een bijtincident?
Wat speelt er in Kampen?
In februari kondigde de gemeente Kampen strengere maatregelen aan om bijtincidenten terug te dringen. Honden die agressie vertonen, kunnen verplicht worden tot gedragstherapie of muilkorf, en op plekken waar loslopen niet is toegestaan, wordt strenger gehandhaafd. “Eerst brokjes, dan boetes,” zei de burgemeester in een poging vriendelijk maar duidelijk te blijven. En dat klinkt mooi, tot je in het Stadspark loopt en je drie mensen tegenkomt die vinden dat hun hond “gewoon even moet kunnen rennen.”
Want eerlijk is eerlijk: veel eigenaren weten simpelweg niet meer waar hun hond nu wel of niet los mag. De borden zijn vaag of ontbreken. De ene strook gras is losloopgebied, de volgende niet, maar dat zie je alleen als je het gemeentelijk beleid van A tot Z hebt doorgenomen (en dat doe je dus niet, tenzij je toevallig gedragstherapeut bent of een parkeerboete hebt gekregen).
En dan heb je nog het sociale spanningsveld. Je hond gromt naar een andere hond, of misschien reageert hij fel omdat de ander té snel, té dichtbij komt. Voor je het weet, kijkt de omgeving je aan alsof je met een tikkende tijdbom wandelt. Alsof grommen automatisch agressie betekent. En ja, je mag je hond best loslaten op de daarvoor bestemde plekken. Maar wat als jouw hond er één is die liever met rust gelaten wordt, en de rest van Kampen denkt: “Ze zoeken het samen wel uit”?
Het probleem zit hem niet alleen in de regels. Die zijn er, en ze zijn nodig. Maar gedrag laat zich niet vangen in een bordje aan een hek of een paragraaf in de APV. Honden zijn geen machines. En hun baasjes ook niet.
En laten we eerlijk zijn: wat je in het nieuws leest, is nog lang niet alles. Veel bijtincidenten of bijna-incidenten blijven binnenskamers. Uit schaamte, uit angst voor de gevolgen, of gewoon omdat het voelt alsof melden toch geen zin heeft. Ik spreek regelmatig eigenaren die wél melding doen van honden die agressief gedrag vertonen, of baasjes die keer op keer de regels aan hun laars lappen. Soms wordt er wat mee gedaan, dan tref je een agent die betrokken is, begrijpt wat er speelt, en de ernst ervan inziet. Maar net zo vaak blijft het stil. Of wordt er verwezen naar procedures, de gemeente en de grenzen van handhaving.
En dat is frustrerend. Zeker als je je best doet. Als je je hond wél aanlijnt, wél werkt aan zijn gedrag, wél verantwoordelijkheid neemt. Dan voelt het oneerlijk. En eerlijk gezegd: soms ronduit hopeloos.
Daarom is het zo belangrijk om hier open over te praten. Niet om te klagen, maar om duidelijk te maken dat achter elk ‘incident’ vaak een reeks signalen zit, en dat we veel kunnen voorkomen als we daar op tijd naar luisteren.
Waarom honden bijten? Zelfs als ze ‘altijd lief’ zijn
“Maar dat doet hij anders nooit!”
Als ik een euro kreeg voor elke keer dat ik die zin hoorde na een incident, of nadat een eigenaar zijn vervelende hond komt weghalen, dan kon ik mijn hond op pensioen sturen met een persoonlijke butler en een orthopedisch waterbed. En eerlijk? Die uitspraak is meestal oprecht. Want veel honden doen inderdaad zelden zo. Totdat ze het wél doen.
Bijtgedrag komt zelden uit het niets. Het is bijna nooit een losstaand moment. Wat wij zien als “plotseling” is voor de hond vaak het resultaat van een reeks opgebouwde spanningen, zoals een overkokende pan die al uren op laag vuur stond te pruttelen. Stress, angst, frustratie, pijn, onduidelijkheid, een andere hond die zijn persoonlijke ruimte niet respecteert, of een eigenaar die niet op tijd ingrijpt omdat hij denkt dat honden “het samen wel uitvechten”.
Weet je wat ook vaak gebeurt?
Een hond wordt voortdurend gecorrigeerd als hij gromt. “Nee! Af! Niet grommen!” Dus wat leert hij? Dat zijn baas lelijk doet als hij gromt, het grommen werkt niet. Dus de grom, en daarmee zijn waarschuwingssignaal, verdwijnen, maar de spanning blijft. Totdat hij geen waarschuwingssignalen meer geeft en ineens hapt. En dan zijn mensen verbaasd. Terwijl dat grommen juist zijn veiligheidsriem was. Zijn manier om te zeggen: “Tot hier en niet verder.”
Of die hond die altijd losloopt en “alle honden lief vindt”. Tot hij op een andere hond afrent die daar totaal niet van gediend is. Dan ontstaat er stress, paniek, soms een conflict. Niet omdat één van de twee ‘agressief’ is, maar omdat niemand het aan zag komen, behalve misschien de hond zelf, die dat allang met zijn houding had aangegeven.
Bijten is gedrag. Geen karaktereigenschap. Het is een signaal, een reactie, een uiting van iets dat ergens niet lekker loopt. En nee, het betekent niet per definitie dat je hond gevaarlijk is of dat jij gefaald hebt als eigenaar. Maar het vraagt wél om eerlijkheid. Kijken naar wat eraan voorafging. Durven erkennen dat zelfs de aller liefste hond onder bepaalde omstandigheden ook kan bijten. Want uiteindelijk zijn en blijven het allemaal dieren.
En als we dat erkennen, kunnen we ook iets doen vóórdat het misgaat.
Wat kun jij doen als eigenaar om incidenten te voorkomen?
Voorkomen dat een hond ooit uitvalt of bijt is misschien een utopie. Honden zijn levende wezens, geen robots. Maar je kunt wél ontzettend veel doen om het risico te verkleinen. En nee, dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het begint al bij iets wat verrassend veel mensen overslaan: ken je hond.
Niet alleen weten welk voer hij eet of dat hij bang is voor onweer, maar écht kennen. Wanneer raakt hij gespannen? Hoe uit hij dat? Wat doet hij als hij iets spannend vindt? Vindt hij het wel echt leuk? Is zijn enthousiasme wel echt aan een positieve, zoals vreugde, emotie gekoppeld? Speelt hij wel echt? Welke signalen geeft hij subtiel, nog vóór het grommen of happen begint?
Honden communiceren veel, maar stil. En als we dat missen, is het net alsof je een gesprek voert met iemand die al vijf keer “ik ben moe” heeft gefluisterd, maar geen reactie krijgt. En zodra diegene zo gefrustreerd raakt dat hij begint te schreeuwen, er pas gehoor aan gegeven wordt.
Daarnaast: train. Niet alleen het standaard “zit” en “hier”, maar train ook het terugkomen met afleiding. Want als jouw hond pas komt als hij er zelf zin in heeft, is hij niet los, dan is hij op vakantie. En jij staat zonder invloed, op hoop van zegen. Dat is dus absoluut geen verantwoorde situatie. En het is leuk hoor, als je hond allerlei kunstjes kan. Maar daar red je het buiten niet mee als jouw Fikkie weer belaagd wordt door Bruno.. Werk aan het passeren van andere honden, leer je hond dat hij met alle honden “wat moet”. En dit begint al in de puppytijd.
Niet minder belangrijk: voorkom spanningsopbouw. Als je weet dat jouw hond op een bepaald punt overprikkeld raakt, doe dan niet nog éven een extra rondje omdat het lekker weer is. Dat is hetzelfde als met drie kinderen de IKEA ingaan en dan ook nog denken dat het leuk is om “even snel” naar de zelfbedieningsafdeling te gaan. Dat loopt zelden goed af.
En weet je niet goed hoe je spanning aan je hond kunt herkennen? Welk gedrag er bij hoort? Dan is het simpel, dan is er werk aan de winkel. Verdiep je dan eens in lichaamstaal van honden, van jouw hond, en verdiep je eens in gedrag. Het is namelijk allemaal niet zo simpel als gedacht wordt. Gedrag is complex.
Gebruik hulpmiddelen als dat nodig is. Een lange lijn bijvoorbeeld, zodat je hond meer bewegingsvrijheid heeft, maar jij toch kunt ingrijpen. Niet omdat je hond niet te vertrouwen is, maar omdat de omgeving dat soms niet is. En je bent een betere eigenaar als je voorbereid bent, dan wanneer je achteraf je excuses staat te maken met een trillende stem.
En tenslotte: voel je niet schuldig als je hond gromt, of aangeeft dat hij ergens moeite mee heeft. Dat is geen teken dat je hond “niet goed” is, het is iets om hartstikke dankbaar voor te zijn. Wees blij dat je hond jou op die manier verteld “zeg baasje, ik zit aan mijn grens“, want dat is juist een kans om hem te begeleiden, te beschermen en van hem te leren.
En als het toch gebeurt?
Hoe voorzichtig je ook bent, hoe goed je ook oplet, een bijtincident is nooit honderd procent uit te sluiten. En áls het gebeurt, dan is het belangrijk dat je weet wat je kunt doen.
Blijf zo rustig mogelijk. Lijn beide honden aan als dat nog niet het geval was. Probeer de situatie niet verder te laten escaleren, en houd afstand zodra het kan. Is er schade, lichamelijk of materieel? Wissel dan altijd contactgegevens uit. Maak eventueel foto’s van eventuele verwondingen of de situatie, maar voorkom ruzie of discussies ter plekke. Dat helpt niemand verder.
Voel je vooral niet verplicht om direct “schuld” te bekennen of de situatie ter plekke uit te vechten. Het is geen rechtszaal, het is een moment dat vraagt om verantwoordelijkheid, niet om verwijten. Wissel elkaars gegevens uit en ga naar huis.
En weet: bij een incident is er zelden één oorzaak, één schuldige of één moment waarop het “fout” ging. Het gaat erom hoe je ermee omgaat. Achteraf, en vooral: voortaan.
laat je niet gek maken
Een uitval, een snauw of zelfs een bijtincident betekent niet dat je gefaald hebt. Het betekent dat je een hond hebt. Een levend wezen met emoties, grenzen en soms momenten waarop het misgaat.
Je bent geen slechte eigenaar omdat je hond een keer uitvalt. Je bent een betrokken eigenaar als je bereid bent om te kijken waarom het gebeurde, en wat je daarvan kunt leren.
Want het gaat er niet om of je hond perfect is, maar of jij hem serieus neemt. In zijn signalen. In zijn grenzen. In zijn behoeften.
En dat is precies wat het verschil maakt.
Samenleven met honden vraagt om samenwerking
In een stad als Kampen, waar mens en hond zo vaak dezelfde paden bewandelen, is het belangrijk dat we elkaar blijven zien, als hondenliefhebbers, als buurtgenoten, als mensen die het beste willen voor hun dier én voor de samenleving waarin ze leven. En dat vraagt iets van ons allemaal.
Niet alleen van de eigenaar van de “moeilijke hond”, maar ook van de eigenaar van die sociale labrador die altijd losloopt (en eigenlijk toch wel veel mensen lastig valt). Niet alleen van de gemeente, maar ook van de mensen die mopperen op handhaving en tegelijk klagen over overlast. Niet alleen van de professional, maar ook van de voorbijganger in het park die kiest om begripvol te kijken in plaats van veroordelend.
Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: met een gerust hart kunnen wandelen. Wetende dat we elkaar een beetje ruimte geven. Een beetje vertrouwen. En vooral: een beetje geduld.
We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn. Maar als we stoppen met wijzen, en beginnen met luisteren, naar onze honden én naar elkaar, dan komen we al een heel eind.
Heb je vragen, zorgen of een ervaring die je wilt delen?
Of je nu een hond hebt die worstelt met prikkels, een vervelende situatie hebt meegemaakt in het park, of gewoon eens wilt sparren over gedrag en preventie: je bent welkom. Niet om te oordelen, maar om mee te denken.
Want hoe meer we delen, hoe meer we begrijpen. En hoe meer we begrijpen, hoe veiliger en fijner het wordt, voor iedereen op vier én op twee poten.
Hoe jij kan helpen en hoe ik jou kan helpen
Als gedragstherapeut en kynologisch instructeur help ik dagelijks mensen die tegen dit soort situaties aanlopen. Of het nu gaat om het voorkomen van spanningsopbouw, het leren lezen van hondengedrag, of het werken aan beter contact en meer controle in prikkelrijke omgevingen, je hoeft het niet alleen te doen.
Merk jij dat jouw hond soms moeite heeft met andere honden of situaties?
Wacht niet tot het misgaat. Plan een gratis kennismakingsgesprek en ontdek wat jij kunt doen vóór het een probleem wordt. Samen zorgen we ervoor dat jij én je hond met meer rust, vertrouwen en veiligheid kunnen wandelen, in Kampen en ver daarbuiten.
Voor meer informatie over de regelgeving over het los lopen in en rondom Kampen, en waar de losloopgebieden te vinden zijn, kun je Honden uitlaten | Gemeente Kampen